Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar Ik [33]deed het om Mijns Naams wil, opdat die niet ontheiligd werd voor de ogen van die heidenen, voor welker ogen Ik hen [34]uitvoerde. 33. Te weten dat Ik hun naar mijn genadige belofte gedaan heb. Zie boven vs.9. Anders: Ik deed het; te weten mits hen dikwijls te straffen, als zij tegen mij in de woestijn murmureerden en zondigden. 34. Te weten uit Egypteland, gelijk boven vs.6.